We zijn er weerrrrrr

Na een heel kort nachtje -een zieke pup kost je vele uren slaap- en een geruisloze vlucht aan gekomen in Banjul. Voor we het land in mogen staan daar twee onverbiddelijke mannen in een witte jas met mondkapje en thermometer. Mien God, wat zou er eigenlijk gebeuren als je 37,8 hebt? Meteen in quarantaine, zonder WiFi in een kelder?….
Hij temperatuurt me en vraagt of ik nog in andere landen ben geweest, en dan schrik je toch, shit. Maar het is goed en ik mag door Op het vliegveld herken ik de regellady en gaat alles zoals altijd.

Mijn favoriete taxichauffeur, Lamin, staat me op te wachten. Ik heb dit keer een goedkoop familiehotel geboekt, uiteraard op eigen kosten, want de vrijwilligerskamers zitten vol. Goede zaak.
Onderweg valt het me op dat ik bijna geen blanke toeristen zie, terwijl het verhaal gaat dat alles vol zit want mensen willen niet op vakantie naar Azië momenteel. Als ik ernaar vraag zegt Lamin dat de taxi business op z’n gat ligt ondanks de vele toeristen. Mensen duiken hun hotel in, lopen naar het strand en komen de deur niet meer uit. Angst voor Afrika, onder andere ingegoten door de info ochtenden van bekende reisorganisaties. Zeer slecht voor de gemiddelde, altijd vriendelijke gambiaan.

Mijn basic hotel zit bomvol met Nederlandse gezinnen. Nooit eerder zoveel Nederlands gehoord in Gambia. Het is alweer einde van de dag dus ik loop een rondje om me te oriënteren. Bij de poortword ik gewaarschuwd, ga ik echt in mijn eentje op pad? Jeeesus, je bent gambiaan, dus je weet dat dat best kan. Ik herken de omgeving door eerdere bezoekjes aan eettentjes in de buurt en ik kan mijn locatie nu plaatsen. Ik besluit om op het terrein van het hotel een salade te pakken. Eenmaal daar heb ik mijn eerste echte cultuurschok, een Gambiaans-Engelse stem galt over het terrein, en roept een nummer : tweeeeeeenty threeeeeeee! Ik loop verder richting het eetterras bij het kinderzwembadje. Rondom liggen overal in zwemkledij geroosterde Nederlanders. Mijn eerste associatie bij de schreeuw van nummers klopt: ze spelen BINGO. Dit is echt Center Parcs in Gambia! Ik moet moeite doen om mijn lach in te houden en als er iemand bij me was geweest was dat zeker niet gelukt.
Reisbureau travelpoort had helemaal gelijk, nee dit is geen hippe, sjieke, dure tent. Dit is echt een hollands hotel in hartje Gambia.

Stroomvoorziening is Gambia is nog slechter dan voorheen. Zodra de stroom uitvalt aan het begin van de avond gaat de generator aan. Echter de WiFi wordt hier (nog) niet gezien als een eerste levensbehoefte, dus die is daar niet op aangesloten. Gevolg is dit: geërgerde jongeren die verveeld in gesprek gaan met hun ouders, de laatste verdenk ik ervan dat zij voor Gambia gekozen hebben, omdat de stroomvoorziening prut is. Moeders die afwezig aandacht geven aan kleine kinderen, ondertussen steelse blikken werpend op hun telefoon om te zien of de WiFi er alweer is en mannen die keer op keer het wachtwoord typen op hun telefoon en deze dan wegleggen terwijl ze verstoord om zich heen kijken.
Mijn kamer is boven het ontbijtterras. Ik kijk even uit het raam om te zien of er alweer WiFi is. Dat kun je dus zien aan de mensen. Tegen het ontbijt zijn mensen er blijkbaar een soort van aan gewend. Ik zie op alle tafels telefoons liggen. Stil, op de kop. Ik hoor tafelgeluiden, en het gonst van de gesprekken.
Het is echt een familiehotel, families die contact zoeken met elkaar aan tafel, zonder WiFi.

En ik, ik zoek contact met mijn familie. Maar de WiFi is dood…..
Ik ga naar school.

3 gedachten over “We zijn er weerrrrrr”

  1. Wat een goede ervaring voor die mensen om eens zonder Wifi te zitten; moeten ze wel met elkaar gaan communiceren.
    Ik wens jou weer een goede tijd daar in Gambia en ik hoop dat er weer flinke vooruitgang geboekt kan worden.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top