Binnen de integratieve benadering werken we met delen, je grote mezelf, je kleine en het omgangsgebied.
Vanmiddag werkte ik met Naiëla, 10 jaar. Naiëla is een meisje wat heel druk kan doen en enorm uit haar vel kan springen. Onder dat drukke en boze gedrag zit een angstig meisje, die dat zelf nog niet wil weten.
Vanmiddag vertelt ze over een gebeurtenis waarin ze veel inzicht laat zien in haar eigen gedrag en gevoel dus ik besluit het breder te trekken en de knuffeltechniek in te zetten. Met de knuffeltechniek nodig ik kinderen uit om een knuffel uit te zoeken wat staat voor je sterke, vrolijke ‘Ik’ die zich fijn voelt. Zij kiest een leeuwenwelp. Want die zijn sterk en levendig en ziet er heel vrolijk uit, Uitgebreid vertelt ze op welke momenten ze zich zo voelt. Dan pakken we door naar haar niet-altijd positieve gevoel. Ze duikt de kist met knuffels weer in en pakt nog sneller dan de eerste keer twee knuffels mee. Hier kan ze niet tussen kiezen. Deze zijn er alle twee. Een rat en een spin.
Ik vraag haar waar de rat voor staat. De rat is een bangerik, die is altijd heel snel weg. En de spin, tja, die bouwt meestal een heel groot en dicht web waar iedereen achter kan verdwijnen, of hij voert met al z’n poten een showtje op.
Ja daar herkent ze zich wel in. Dat is wat zij zelf ook vaak doet. Ofwel verschuilen achter zo’n web, of heel druk en vrolijk doen terwijl ze zich zo helemaal niet voelt. Wat ze dan wel voelt?
Teleurstelling, of nee eigenlijk bang, bang dat het niet goed is, bang dat zij niet goed is, het niet goed doet. Dat is een gevoel in haar buik en dat is heel naar….
Terwijl ze vertelt liggen de drie knuffels eerst nog op haar schoot. Tijgertje het verst van haar af, dan de spin en dan het ratje dicht tegen haar aan. De spin, met het drukke gedrag of het dichtgesponnen web ligt letterlijk tussen de Kleine (Ratje) en haar grote Ik met alle eigen hulpbronnen in.
Gaandeweg het gesprek legt zij de knuffels naast haar neer. En daar liggen ze dan. Tijgertje als grote sterke, blije Ik met alle hulpbronnen. Daarnaast Ratje, die nu weet dat tijgertje er is om haar te helpen. En daarnaast Spin. Spin kent haar plek. Ze mag er echt wel zijn ,want soms is het best handig. Maar niet om ratje altijd te verstoppen of te overrompelen, want Ratje is belangrijk. Ratje wordt nu gekend en ratje kan vertrouwen op Tijgertje.
Zo’n sessie, waar ik echt heel weinig in hoef te doen. Dat zijn de gouden randjes, een kind wat zelf ontdekt en vertelt wat er gebeurd….. Goud.